Op onze favoriete plekjes in het park, stellen we onszelf voor. Dat doen we door te vertellen over wat de uitgekozen plek zo bijzonder maakt. Vervolgens stellen we onszelf voor hoe het is om iemand anders te zijn, door de woorden van iemand anders te spreken. We spelen onze rollen voor een publiek dat zich gedurende de voorstelling uitbreidt met kinderen die speciaal hiervoor hun voetbalspel stilleggen.
Uit de interviews zijn eerste inzichten en fragmenten gehaald. Deze zijn op de grond gelegd en we voeren hierover een gesprek.
Dit doen we eerst in stilte, door er mee te schuiven en woorden weg te halen of toe te voegen. In dit stille gesprek lijkt halverwege even helderheid te ontstaan, als in de kern nog maar drie blaadjes liggen. Als snel voegen we allemaal weer onze eigen inzichten toe waardoor het overzicht en de helderheid weer afnemen.
Na dit stille gesprek, voeren we een gesprek in woorden. Hieronder inzichten en fragmenten uit dit gesprek.
Het Kooipark is een plek waar mensen trots op zijn; het is een mooie plek waar buurtbewoners, jong en oud, graag komen.
Tegelijk zijn er wrijvingen, die misschien wel meer samenhangen met bredere spanningen in de wijk en samenleving dan met het park alleen.
Door groepen mensen wordt er overlast ervaren van jongeren in het Kooipark. De jongeren zijn bovendien moeilijk op hun gedrag aanspreekbaar. Dat, terwijl het met de jongeren zélf beter gaat.
Er is minder criminaliteit dan voorheen. En jongeren lijken minder betrokken bij drugsgebruik en handel.
Preventie en repressie worden genoemd om moeilijkheden in het Kooipark aan te pakken. Ouders en jongeren persoonlijk aanspreken, boetes uitkeren en toezicht houden worden als mogelijke maatregelen aangedragen. Maar liever werken we 'aan de voorkant' van het probleem. Geef jongeren iets positiefs te doen om zo verveling te voorkomen.
Er gebeurt veel in de Kooi. Door meerdere burgergroepen en meerdere professionele organisaties. Maar wie heeft nu eigenlijk het overzicht over alles?
Mensen en initiatieven lijken als eilandjes naast elkaar te bestaan. We missen samenhang en samenwerking.
Iedereen wil het beste voor de jeugd in de Kooi. Hoe, daar verschillen de ideeën over. Sommigen geloven vooral in de jongeren positief stimuleren en zelf activiteiten laten organiseren. Anderen vinden een eigen plek nodig waar ze altijd naartoe kunnen om te chillen. Weer anderen verwachten meer betrokkenheid van de ouders in het aanpakken van jongerenoverlast.
Er lijken met elkaar schurende pedagogische visies te bestaan. Wie heeft de macht om over de pedagogische visie te beslissen? Hoe expliciet komen die visies naar voren in een beslissing, zoals in het geval van de bezuiniging op Sleuteldrop? Van wie is eigenlijk de pedagogische visie in en rond het Kooipark?
De Kooi is van oudsher een saamhorige arbeidersbuurt. Dat is de afgelopen jaren verminderd, ook in het park. Hoewel het park nog altijd een ontmoetingsplek is, lijkt de scheiding tussen 'wij' en 'zij' vergroot. Zowel allochtone als autochtone buurtbewoners voelen zich minder thuis. Mensen voelen zich niet thuis als iedereen om hen heen een andere taal spreekt. Allochtone vrouwen en jongeren hebben het gevoel dat ze negatiever benaderd worden dan vroeger.
Er is spanning tussen de professionals en onbetaalde krachten in de wijk. Er wordt steeds meer verwacht van burgers zelf, die graag veel doen en meedenken. Maar zij verwachten ook van professionals dat zij met oplossingen komen. En dat ze ruimte krijgen van professionals, letterlijk in het Gebouw en ook in financiële steun. De wederzijdse verwachtingen schuren, rondom visies en over wie waarvoor verantwoordelijk is.
Rondom jeugd en welzijn zijn er tal van initiatieven en bevlogen mensen die iets willen bijdragen aan het goed samenleven in de Kooi. Dat brengt ons tot de ontdekking dat alles er al is, hoe gek dat misschien ook klinkt. Dat wil zeggen: de mensen, de energie, de ideeën en zelfs de fysieke ruimtes die iets kunnen bijdragen aan goed samenleven in de Kooi, zijn al aanwezig. En toch worden we verhinderd... maar waardoor?
Elk van de deelnemers formuleert een persoonlijke opdracht, vanuit de eigen fascinatie, die ze elke dag, tot de volgende keer zullen uitvoeren.
Aan deze werkplaats deden mee: Trudy Devos Oomen, Jaimy Hartevelt, Robin van Wieringen, Marjolein Pijnacker, Zeinab Cige, Wil Spies, Walid Belkhir, Mohammed Azarfane, Willem Rus, Angeline de Roode, Frans Bakker, Albert Cath, Stefanie de Cuba en Marieke Ploeg.