In deze zesde werkplaats blikken we terug op de vorige werkplaatsen en staan we stil bij de opbrengsten van het onderzoek. Dat is spannend: de wens om met concrete oplossingen te komen is groot. Maar we zijn erachter gekomen dat de complexiteit van de kwestie vraagt om iets anders. Immers, een eenvoudige oplossing negeert vaak dat de verschillende deelnemers anders aankijken tegen het probleem. En dan kunnen de oplossingen weleens averechtse effecten hebben, of nog erger het wekelijke onderliggende probleem ontkennen, met alle gevolgen van dien.
De opbrengsten zoeken we daarom niet in grootse resultaten en plannen, maar in kleine inzichten, acties en ontwikkelingen die verschil maken; verschil maken in hoe we naar onszelf en anderen kijken, hoe we ons gedragen en wat er in en rond het park gebeurt.
Aan het begin van de reeks werkplaatsen hebben we een voorstelling gemaakt. Nu, aan het einde van deze reeks, doen we dat weer. Dit keer doen we dat door een belangrijk of indrukwekkend moment te delen.
Eerst schrijft elke deelnemer een scene over een moment dat voor hem of haar belangrijk was; een moment dat er tijdens het onderzoek toe deed. Deze scenes verscherpen we door er in tweetallen mee aan de slag te gaan. Om beurten vertelt iemand zijn of haar scene terwijl de ander luistert. Degene die luistert doet dat met de kennisbloem in gedachte: kunnen inzichten uit deze bloem de scene verder helpen, scherper maken?
Als alle scene's zijn uitgeschreven begint de voorstelling. Ieder voert zijn of haar eigen scene op. De mensen in het publiek krijgen een vraag mee als kijkopdracht: wat is de opbrengst in dit verhaal?
Inzichten en uitspraken uit de voorstelling worden hier genoemd.
In het park lijkt er iets te zijn veranderd. Jongeren van verschillende afkomst voetballen met elkaar. Ze ondernemen samen dingen in het park en lijken naar elkaar verdraagzamer te zijn geworden.
Het is niet met zekerheid te zeggen dat deze veranderingen met de werkplaatsen te maken hebben. Wel zijn er verschillende acties geweest die bij hebben kunnen dragen aan de rust in het park. Een moeder heeft andere ouders op het gedrag van hun kinderen aangesproken, een bewoners heeft een brief geschreven aan buurtbewoners en er is een gerichte actie geweest van de wijkagent en handhavers rondom de overlast gevende jongeren.
Bij het horen over de werkplaats Kooipark, dachten sommigen: 'niet nóg iets erbij! We hebben al zoveel projecten die problemen willen oplossen.'
Het Gebouw lijkt als er een probleem is, steeds naar voren te komen in de beeldvorming als een belangrijke oorzaak daarvan. Ook hier geldt, alles is er wel, maar het blijft grotendeels onzichtbaar en een doolhof dat niet uitnodigt. Dit beeld van Het Gebouw doet geen recht aan de werkelijkheid volgens anderen. Er gebeurt veel meer dan oppervlakkig lijkt.
In de werkplaats ligt de aandacht niet op het verzinnen van nieuwe projecten. Het gaat ons eerder om kleine, persoonlijke veranderingen die verschil maken.
Wat er nodig is om spanningen te verhelpen, is bijvoorbeeld dat kinderen van verschillende scholen de kans krijgen samen te spelen. En dat kunnen ze vaak prima, maar dan moet daar wel moeite voor worden gedaan vanuit de scholen.
Twee jaar geleden zijn de drie scholen in Het Gebouw de gezamenlijke activiteiten en speelkwartieren meer los gaan laten, vanuit praktische overwegingen.
Het samen doen vraagt veel werk; dat gaat niet automatisch en vraagt de nodige voorbereiding.
Als beleidsmedewerker weet je niet altijd wat er in de wijk speelt. Je denkt dat je weet hoe het gaat, maar wordt toch verrast door wat er bijvoorbeeld in het park blijkt te gebeuren. Dat is schrikken: het ging toch juist goed in het park?
En dan blijkt ook dat De Gemeente niet echt bestaat, ook daar werken vele beleidsmakers op hun eigen eilandjes.
Het is belangrijk met elkaar in gesprek te blijven, ook op momenten dat de spanning hoog op loopt. Op zo'n moment is het de uitdaging om niet toe te geven aan angst. Daar bereiken we uiteindelijk niet mee wat we willen.
Tegelijk raken bepaalde woorden en daden ons diep. Ze maken het soms moeilijk naar de ander te blijven luisteren of hoop te koesteren. Als Nederlander, met een Marokkaanse achtergrond, raakt het bijvoorbeeld diep om persoonlijk te worden aangesproken op dingen waar je niets mee te maken hebt: ' Ik ben gewoon burger van deze stad en wijk. Maar ik voel ook: dit verlies en de pijn die het soms doet, is allang verslagen en kan niet winnen'
Het verbinden van mensen hoeft niet moeilijk te zijn; doe iets wat dicht bij de mensen staat en leuk is. Het kan zo simpel zijn als elkaar 'hoi!' zeggen op straat. Het moet ook gewoon leuk zijn.
Een theatergezelschap in een Leiden Zuid stond langs de weg met bordjes waar 'hoi' op stond. Alleen al doordat mensen zo met en om elkaar konden lachen, ontstond er verbinding.
Kunnen we wat niet vaker ontspannen contact maken, zoals dat gebeurt tijdens het avondeten bij de werkplaatsen? Kunnen we ook als het wat stroever loopt ons verzetten tegen de neiging ons op ons eilandje terug te trekken?
Als het ons volwassenen al niet lukt samen te werken en iets tot stand te brengen, wat kun je dan van de jongeren verwachten?
Een moeder bezocht de ouders van jongeren die betrokken waren bij een incident. Haar zoon behoort ook tot die groep jongeren. Ze ging met de ouders in gesprek over de situatie. Zo wilde ze bijvoorbeeld laten zien dat de ouders onderling korte lijntjes houden, zodat de jongeren niet zomaar wegkomen met kattenkwaad.
Het is een klein stapje dat iets op gang kan brengen.
De meeste mensen die op het punt hebben gestaan niet meer naar de werkplaatsen te komen, hebben zich over dit punt heen gezet. Gesteund door hun eigen eiland, bleven zij de werkplaatsen bezoeken om iets te kunnen betekenen voor de wijk.
Steeds is het balanceren tussen jezelf terugtrekken op je eigen eiland, en van je eiland afgaan.
Voor het evenement 'de Kracht van Het Gebouw' is een deelnemer samen met een vrijwilliger de deuren langsgegaan om zo'n zestig mensen persoonlijk uit te nodigen. Daarmee hoopten zij verschillende buurtbewoners te verbinden. De opkomst van de mensen die persoonlijk waren uitgenodigd viel tegen. Toch voelde deze aanpak als een kleine stap in de goede richting. Door met ze in gesprek te gaan hoorden ze ook veel verhalen over het wonen in de Kooi.
Verschillende mensen hebben op het punt gestaan om niet meer naar de werkplaatsen te komen. Bijvoorbeeld omdat zij zich onbegrepen voelden of omdat er te lang bij één thema werd stil gestaan.
Ook hadden sommigen van ons het gevoel op hun woorden te moeten letten: zij waren bang om ergens anders, bijvoorbeeld op het werk, te worden aangesproken op iets wat zij in de werkplaats zeiden. Dat was met name spannend omdat de meeste werkplaatsdeelnemers verschillende petten hebben, zoals die van buurtbewoner en professional.
Het gesprek met jongeren uit het Kooipark, dat tussen de tweede en derde werkplaats was gevoerd, was voor een werkplaatsdeelnemer teleurstellend. Ze had het gevoel dat ze als professional een blunder maakte, en haar betrouwbaarheid bij de jongeren was gekelderd. Dat leek ze ook aan de jongeren te merken in de weken na het gesprek.
De Kennis Maken Bloem heeft haar geholpen met deze ervaring om te gaan, het belang in te zien van 'in gesprek blijven'. In plaats van zichzelf terug te trekken op haar eiland, sprak ze met anderen over haar ervaring. Ook zette ze zich in en rond de werkplaats over die teleurstelling heen; ze besloot niet in het negatieve te blijven hangen maar er iets positiefs tegenover te stellen.
We zijn zelf ook jong geweest. Velen van ons hebben vroeger ook kattenkwaad uitgehaald. Dat vergeten we al snel wanneer we klagen over overlast van jongeren.
Het gaat er toch om dat de wijk van ons is en niet van de ene of andere persoon of groep. Als we bijvoorbeeld horen 'blijf af van mijn vrijwilligers' lijken we over het hoofd te zien dat het ons uiteindelijk gaat om goed samenleven in de wijk.
Kunnen we elkaar échte vragen stellen, in plaats van vragen stellen waarin allerlei aannames over elkaar doorklinken?
Samen eten en samen denken gaan samen tijdens het 'diner pensant'. We onderzoeken met elkaar de vragen en thema's die nog zijn blijven liggen en om verdere verdieping vragen.
Inzichten uit het gesprek worden hier genoemd.
Op papieren worden inzichten en opbrengsten uit de voorstelling, verbonden met de inzichten uit het diner pensant.
Er wordt vaak gewezen op nieuw beleid en nieuwe rollen van professionals. Daarin lijkt het steeds te gaan over het ondersteunen van burgers, van wie wordt verwacht dat ze zelf met initiatieven komen en dingen zelf oppakken.
Tegelijk merken we op dat er veel expertise zit bij professionals en dat het spannend is bijvoorbeeld educatieve taken aan burgers over te dragen.
Het lijkt ons dan ook belangrijk dat professionals ondersteuning bieden. Maar het is onduidelijk wat voor ondersteuning je als burger mag vragen, en als professional mag bieden. Mag je bijvoorbeeld hulp vragen bij het maken van een rooster?
Door de werkplaats is er, vanuit Stichting Jeugd en Welzijn, een plan gemaakt voor een jongerensoos. De vraag aan de groep is om te helpen dit plan verder te vervolmaken en uiteindelijk te laten landen binnen de gemeente, zodat er iets mee gebeurt.
Werkplaatsdeelnemers en anderen krijgen zo de kans bij het plan aan te sluiten en ideeën in te brengen. Dat gebeurt in eerste instantie niet tijdens het gesprek. Er komen verschillende redenen naar voren waarom de aansluiting niet mogelijk is, zoals de veranderde visie van de professionals op hun werk.
Bij het uitwerken van zo'n plan moeten we voorbereid zijn op teleurstellingen. Bijvoorbeeld als het plan onderaan de stapel bij de gemeente belandt of weinig aansluiting vindt bij anderen.
Steeds stuiten we op onduidelijke grenzen. Bijvoorbeeld tussen wat er 'in hogere regionen' is besloten en wat de situatie van je lijkt te vragen. Die onduidelijke grenzen zijn goed nieuws en slecht nieuws. Het slechte nieuws is: 'ik doe maar niks, ik trek me terug op mijn eiland, want ik snap het niet'. Het goede nieuws is: ze nodigen uit te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn, en zo worden de grenzen getest en uitgedaagd.
De systeemwereld (de wereld van de gemeente, de vele organisaties) en de leefwereld, de dagelijkse werkelijkheid van de verschillende burgers in de wijk, zijn nu deels gescheiden werelden. Het is de kunst die aan elkaar te verbinden door die grenzen te verkennen, met “kleine” initiatieven.
We spreken vaak in abstracties: De gemeente, het Jongerenwerk, het chillen. Die abstracties zijn soms moeilijk te vertalen naar wat zij in de concrete situatie betekenen.
Abstracties gaan niet direct over échte mensen. We hebben bijvoorbeeld niet perse contact gehad met 'de gemeente'; we hebben contact met een specifiek persoon die werkt bij de gemeente, met zijn of haar eigen visie, voorkeuren, etcetera.
Ook is er een verschil tussen woorden als ondersteuning en samenwerken, en het écht doen in de praktijk.
Als je samen iets wilt opzetten of uitwerken, zoals het plan voor een jongerensoos, moeten de verschillende partijen een beetje water bij de wijn doen. Iedereen moet iets loslaten om samen te kunnen komen. Bijvoorbeeld vroegere pijnpunten.
De transitie lijkt soms averechts te werken. Professionals hebben het gevoel dat ze veel aan de burger moeten overlaten. En hoewel genoeg buurtbewoners iets willen betekenen voor de wijk, missen ze daar vaak de goede ingang voor.
De transitie heeft bij veel mensen geleid tot verwarring. Voor de transitie wisten sommige professionals bijvoorbeeld beter hoe ze betrokken buurtbewoners konden begeleiden. Zij worstelen soms met wat er van het beleid van hun wordt verwacht, wat ze van nature of vanuit hun professie zouden willen doen en wat de burger van hen vraagt.
Op de achtergrond speelt de strijd mee om schaarse middelen zoals die ook naar voren komt in de Kennis Maken Bloem.
Aan deze werkplaats deden mee: Feyza Bensaid, Frans Bakker, Touria Boja, Mohammed Azarfane, Judith van der Heijden, Marjolein Pijnacker, Tom Oomen, Trudy Devos Oomen, Zenaib Cige, Guillermo Holman, Sammy- Jo de Vos, Jaimy Hartevelt, Halima Karim, Marieke Ploeg, Albert Cath.
Dank aan de kinderen van Touria voor de mooie knutselwerken van het Kooipark.